‘CDA’er René van der Linden was jarenlang pion van het Kremlin’
Oud-voorzitter van de Eerste Kamer René van der Linden (CDA) was jarenlang belangenbehartiger van het Kremlin, schrijft NRC. Hij is jarenlang ingezet door Rusland om de westerse opinie en westerse politici te beïnvloeden, concludeert de krant op basis van documenten en e-mails.
Op kosten van Rusland reisde Van der Linden, die voor het CDA staatsecretaris voor Europese Zaken, Tweede Kamerlid en senator was, door Europa en probeerde hij EU-sancties tegen Moskou te beperken, stelt NRC. Ook zou hij nauwe banden hebben gehad met een Russische spion en in Wenen hebben afgesproken met een Russische, extreemrechts politicus, die destijds op de EU-sanctielijst stond.
‘Afgeluisterd door de AIVD’
De Volkskrant schrijft vandaag ook over de 78-jarige Van der Linden. Die zou in 2019 zijn geobserveerd en afgeluisterd door de inlichtingendienst AIVD. In dat jaar zou hij vanuit Nederland een waarschuwing voor zijn Russische contacten hebben gekregen, zoals de Russische spion Valeri Levitski. Die regelde volgens de krant bijvoorbeeld reizen naar congressen in Moskou.
De CDA’er zegt tegen de NOS dat hij vanavond niet reageert op de publicaties. Bij NRC staat wel een reactie. Hij wist naar eigen zeggen tot medio 2019 niet dat zijn contactpersoon werkte voor de Russische inlichtingendiensten. “Op het moment dat ik hoorde dat Levitski een spion was, knakte er iets in mij. Ik heb gezegd: nu is het afgelopen”, zegt Van der Linden tegen het dagblad.
Ontmoeting in Wenen
De twee kranten schrijven ook dat de politicus een ontmoeting heeft gehad met de extreemrechtse Russische politicus Leonid Sloetski op een hotelkamer in Wenen. Op dat moment, in 2018, stond deze persoon al op de Europese sanctielijst.
Gedurende die periode was Van der Linden lid van de buitenlandcommissie van het CDA. Het bezoek met de omstreden Sloetski was moreel gezien twijfelachtig maar niet tegen de regels, zegt een hoogleraar internationaal recht tegen NRC.
Van der Linden ontkende volgens de krant aanvankelijk de ontmoeting. Maar nadat hij geconfronteerd zou zijn met bewijs trok hij deze ontkenning in. “Ik zal niet zeggen dat ik er niet geweest ben, maar als je mij vraagt: waar ging het over? Ik zou het niet meer weten.”
Lees verder bij de bron van het artikel